zondag 23 augustus 2009

'Elk nadeel heb z'n voordeel'

Voordeel van in het onderwijs werken; in de zomer zeven weken vakantie.
Nadeel van in het onderwijs werken; in de zomer zeven weken vakantie.

woensdag 5 augustus 2009

Bruxisme, knars, knars, knars.


Charmain heeft weer eens iets. Nu heb ik wel vaker iets, maar dit is wel echt een gevalletje hallo, ik heb iets. Bruxisme, oftewel, tandenknarsen. Schokkend, is het niet? Heel simpel gezegd; ik lig 's nachts mijn gebit op te eten. Ook een leuke hobby.
Nu kun je dit probleem oplossen met een bezoek aan een slaapkliniek/psycholoog, gevolgd door ontspanningsoefeningen en pillen slikken, het schijnt een slaapstoornis te zijn, of je neemt een bitje.... Een Night Guard zoals het dingetje heel liefelijk door onze Engelstalige medemens genoemd wordt. Een charmant stukje kunststof dat je over je voortanden schuift om verdere beschadiging te voorkomen.
Tegenwoordig zijn die dingen in allerlei hippe kleurtjes verkrijgbaar, dus kun je een bitje uitkiezen dat past bij je beddengoed, of de kleur van je ogen. Daar staat wel tegenover dat dit apparaatje na een nacht dragen echt onwijs gaat walmen, dat je bij het wakker worden het kussensloop van je wang moet afbikken omdat je de hele nacht hebt liggen kwijlen en dat je er van gaan slissen. Hoe sexy is dat dan? Ik denk dat ik een mooie groene neem.

maandag 3 augustus 2009

Remi in de Comedykerk

Dit weekend werd de tweede editie van het Amsterdam Comedy festival gehouden. Ik twijfelde even of ik er wel heel wilde, maar een eerder genoemd lief vriendinnetje met een veel te leuke werkplek kan me op de gastenlijst zetten en dus heb ik eigenlijk geen excuus meer. Nadeel is wel dat ik er in m'n eentje heen moet, maar het voordeel daarvan is dat ik hooguit met mezelf in discussie moet over welke voorstellingen er bekeken gaan worden.

De website van het festival heeft uiteraard een programma en dus spit ik dat van te voor uit om te beslissen welke comedians ik wil gaan zien. Natuurlijk zijn er een aantal grote namen geboekt, maar het leuke van dergelijke evenementen is juist de kleine onbekende artiest en daar ga ik dus ook voor. Om stipt 19:00 sta ik voor de Melkweg al waar de deuren meteen open gaan. Over timing gesproken. Jas inleveren, drankje scoren en me vreselijk bewust zijn van het feit dat ik hier in m'n eentje rond loop tussen al die groepjes vrienden en verliefde stelletjes, ik voel me redelijk Remi en baal er van dat ik geen blocnote heb mee genomen, dan had ik nog kunnen doen alsof ik een of andere recensent ben.

Het eerste optreden dat ik wil zien vindt plaats in de Oude Zaal. Wachtend op de Comedytrain line up, die in deze zaal de avond opent, blader ik door het programmaboekje. Vannuit mijn ooghoek zie ik een jongen die om me heen draalt. Zo te zien is hij ook alleen. 'Doet ie het, of doet ie het niet?' denk ik. Ja hoor hij doet het:
'Is deze plek vrij?' Ik knik en de jongen neemt plaats. Hij kijkt even hoopvol mijn kant op, maar in dit geval wens ik Remi te blijven en dus word ik niet meer aangesproken. Dan gaan de lichten uit en komt Howard Komproe het podium op, hij is de MC van de avond en praat dus de boel aan elkaar.

Howard maakt er meteen een gezellige boel van. We oefenen met z'n alleen verschillende vormen applaus en een groep vrienden uit de achterhoek die op de eerste rij zitten wordt op de hak genomen. Best leuk een neger met een Achterhoeks accent. De show begint en achteenvolgens geven Emilio Guzman, Thijs van Domburg en Martijn Koning act de presence. Neus, boter in dit geval. De drie heren zetten een leuke show neer die ongeveer een uur duurt, toch heb ik nog niet helemaal het comedygevoel, wat dat dan ook mag zijn. Ik vestig mijn hoop op de volgende act, Reginald D. Hunter, onbekend talent voor mij, ik heb hem puur uitgekozen op zijn naam.
Ik blijk een van de weinige te zijn die deze keuze heeft gemaakt want het cinemazaaltje waar hij zijn optreden zal doen blijkt angstaanvallig leeg te zijn. Ik wacht rustig op de dingen die komen gaan als ineens de zaal volstroomt, vermoedelijk allemaal mensen die naar Raoul Heertje of Eric van Sauers wilde, maar daar bot vingen. Licht uit, spot aan, Reginald staat op het podium en ik krijg ineens een gevoel van zen over me heen. Wat een rust straalt deze man uit. Hij neemt de tijd voor zijn verhaal en maakt daar absoluut niet meer worden aan vuil dan nodig is. Wat een held.

Een half uur later sta ik voor een keuze Ross Bennet of Pete Johansson? Kies ik voor de militair of toch de jonge Canadees? Ik besluit dat ik net genoeg tijd heb voor een drankje en een sigaret om deze oh zo belangrijke beslissing te nemen. Onderweg naar beneden kom ik mijn lieve vriendinnetje tegen.
'Hee, heb je al wat gezien'
'Ja'
Goed zo, ik ga even...'
'Is goed, dan ga ik ook even...'
Roken moet buiten blijkt, maar drankje moet binnen blijven. Ik doneer mijn colaatje aan het Melkweg personeel en geniet even van het heerlijke weer buiten. Ik weet nog steeds niet wie ik moet gaan zien maar beiden optredens zijn helemaal boven in de Melkweg. Als ik naar boven loop blijkt de Theaterzaal al vol te zijn en dus blijft Ross Bennet als enige optie over. Wederom een leeg cinemazaaltje, dus ik ga weer op de zelfde plek zit en voel me veilig in mijn rode pluche stoel. Ik zwaai even naar vriendje van lief vriendinnetje die in deze zaal de boel draaiende moet houden en blader dan weer door het programmaboekje. Straks het tweede optreden van Eric van Sauers, die ik nog nooit live heb gezien, of blijf ik op mijn veilige plek zitten en kies ik voor Peter Pannekoek, die ik al heel vaak live heb gezien? Ik heb nog even de tijd om na te denken gelukkig. Wederom licht uit spot aan en daar staat wellicht de lelijkste man die ik ooit gezien heb. Een grote pluizige coupe op zijn hoofd en een peervormig lichaam. De aanblik opzich is al erg grappig. Gelukkig blijkt deze Ross Bennet bijzonder intelligent, snel en gevat te zijn. Zijn show is meer dan de moeite waard. Uiteraard heeft hij een soort van richtlijn waar hij zich aan houdt, maar hij blijkt ook nog eens geweldig te kunnen improviseren. Een lampje dat niet goed blijkt, iemand die een poging doet tot in stilte zijn neus te snuiten, een glas dat omvalt, allemaal onderwerpen om meteen aan te grijpen, om een minuut later weer de draad van zijn verhaal op te pakken. Ik ben echt onder de indruk.

Eric van Sauers is de volgende en zijn voorstelling is goed, niet te lang, niet te kort, leuke grappen.
Zodra het optreden is afgelopen rent iedereen naar The Max en ik word min of meer meegenomen in de drukte. Blijkbaar gaan we met z'n allen naar Jan Jaap van der Wal. Die had ik niet op mijn lijstje gezet, maar ik heb ook nog geen zin om naar huis te gaan. The Max is echt voller dan vol, ik kan maar een kant op en dat is naar boven. Daar ergens helemaal achter in tegen een trapleunig aan geduwd zie ik in de verte iemand op het podium staan die klinkt als Najib Amhali, maar ik kan het niet echt zien. JJvdW komt het podium op en de zaal ontploft. Op een of andere manier moet ik aan Amerikaanse TV dominees denken. Lichten, camera's veel te veel mensen in uitgaanskleding, een man die het woord van de comedy komt verkondigen en ik geloof er nog in ook. Wat een ongelooflijk goede avond.

Een half uur later is de koek echt op en de zaal stroomt langzaam leeg. Ik begeef me richting balustrade en kijk de zaal in, in de hoop mijn lieve vriendinnetje te zien, want ik wil haar natuurlijk bedanken. Op de dansvloer staan allemaal lege klapstoeltjes, één spotlight schijnt op een eenzaam ogende man die met zijn rug naar het podium nog een plekje bezet houdt. Greg Shapiro, de oprichter van BoomChicago, zit daar in zijn eentje het programmaboekje te bekijken. Improvisatie versus cabaret twee verschillende onderdelen die elkaar vanavond gevonden hebben. Ik heb een tevreden gevoel.

Licht uit, spot aan!

Bleke neusjes, een bibberend lipje, nagels bijten, ijsberen.
'Als je ziet dat het spel stil valt, meteen ingrijpen jongens.'
'Hou het tempo hoog.'
'Shiiiiiit, ik durf niet meer.'
Gordijn open, spot aan, applaus.

Drie dagen eerder; zestien tweede klassers zitten slaperig op de stoelen in het klaslokaal in afwachting van wat komen gaat. Het gros wil hier niet zijn, dat is meteen te merken. Twee hele dagen toneelworksshop afsluitend met een voorstelling voor alle tweede klassers, ze hebben er geen zin in. Kasper en ik hebben een leuk programma in elkaar gedraaid, vinden we zelf, maar medewerking van de groep is wel zo handig. We beginnen rustig, met een voorstelrondje, maar dat is voor de leerlingen al een hele opgave aangezien ze op moeten staan en iets over zich zelf moeten vertellen. Het liefst zouden ze gillend het gebouw verlaten en nooit meer terug komen. Toch doen ze allemaal braaf wat ze opgedragen wordt. Zij die te snel willen gaan zitten worden door Kasper nog extra uitgedaagd. 'Heb je hobby's, hoe oud ben je, broers en zusters, heb je toneelervaring, kun je zingen?' Met kleine stemmetjes en het schaamrood op de kaken worden de vragen beantwoord.

Om een beetje energie in de groep te krijgen laten we iedereen goed in beweging komen.
Rondjes rennen, rek en strek oefeningen, overgooien met een denkbeeldige bal. Dit schijnt te werken. Er wordt gelachen en gegild en zelfs de minst gemotiveerde leerling doet enthousiast mee. Vermoedelijk heeft dat met de puberale hormonen te maken aangezien dit oefeningen zijn waarbij de leerlingen schaamteloos over elkaar heen mogen rollen. Het ijs is gebroken.

Inmiddels zien de kids de lol wel in van deze workshop en dus kunnen we ook werkelijk aan de slag gaan. We laten ze reclamespotjes verzinnen, oefenen dialogen en wakkeren hun eigen improvisastie talent aan. Vooral dit laatste is een grote hit. Ze kijken immers allemaal naar De Lama's en stiekem willen ze zich allemaal een beetje Lama voelen. In groepjes gaan ze aan de slag en als dagafsluiting voeren ze hun stukjes op, waarbij wij docenten en de overige workshop leerlingen suggesties en tips geven.

De tweede dag begint een stuk makkelijker, de leerlingen weten immers waar ze aan toe zijn, ze moeten alleen even wakker worden gemaakt. En dus is het weer rondjes rennen, rekken en strekken en over elkaar heen rollen. Daarna doen we wat concentratie spelletjes en gooien we er nog een aantal improvisatie oefeningen tegen aan, die erg goed uit de verf komen, om vervolgens als groep te beslissen welke stukjes er werkelijk opgevoerd gaan worden aan het einde van de week.
Nog een keer met z'n allen oefenen, de laatste mogelijkheid tot opvoeren, suggesties en tips verwerken en dan lekker naar huis om te genieten van één hele toneelvrije dag.

Vrijdagochtend, we hebben de leerlingen van de toneelshop extra vroeg laten komen zodat we nog een generale repetitie in de aula kunnen doen. Natuurlijk gaat alles fout. Attributen zijn verdwenen, de concentratiespelletjes werken niet, iedereen loopt als een kip zonder kop rond en heeft last van acute podiumangst. Het feit dat er een stuk of vijftig medescholieren zonder enige doel rond hangt in de aula helpt ook niet echt.
Om elf uur moet de club ook werkelijk het podium op dus een uur voor aanvang nemen we nog een keer het hele programma door. Vervolgens sturen we de kids naar de kantine zodat zij zich even ergens anders op kunnen concentreren. Kasper en ik weten dat we nu niets meer kunnen doen, het is helemaal hun ding.

Gordijn open, spot aan, applaus.

Vanuit de coulisse zie ik hoe de leerlingen één voor één het podium betreden om daar vervolgens de sterren van de hemel te spelen. Het gaat echt perfect. De meeste verlege leerling, die op dinsdag niet meer dan een boom wilde spelen, staat nu de latente homo uit te hangen en het sceptische jongetje dat het nut van de workshop niet inzag onpopt zich tot een ware comedian. Ze zijn scherp, ze zijn snel, ze zijn op elkaar ingespeeld en de timing is perfect. De zaal lacht op de juiste momenten, joelt op de juiste momenten, applaudiseert op de juiste momenten. De jonge toneelspelers hebben hun schaamte in het klaslokaal achtergelaten en genieten van hun moment in de spotlights.

Na afloop hebben we nog even de kans om na te praten met de leerlingen. Ze zijn door het dolle heen en terecht vreselijk trots opzich zelf alhoewel ze niet helemaal zeker weten of ze het nog een keer zouden willen doen. 'Weet u mevrouw,' fluistert een van de jongens me toe, 'na vandaag denk ik toch dat ik cabaretier wil worden.'

Nicotinegebrek

Geld en ik, wij kunnen niet met elkaar overweg, er komen te weinig centen bij mij binnen en dat wat ik ontvang probeert zo snel mogelijk weer te verdwijnen. Resultaat, aan het einde van je geld een stukje maand overhouden. De ene keer is dat stukje maand iets langer dan de andere keer, maar tot nu toe is het altijd gelukt om die periode te overbruggen zonder honger te lijden. Helaas had geld andere plannen in de maand februari, het zag een balk en gooide zich zelf er zomaar overheen. Ik probeerde het nog te vangen, maar er zat een gigantisch gat in mijn hand en dus greep ik mis.
Er zat niets anders op, er moest gerantsoeneerd worden. Met de schamele centen die ik nog had creeërde ik een dieët waar Sonja Bakker jaloers van zou worden en telde ik precies uit hoe veel sigaretten ik per dag mocht roken om het einde van de maand te halen. Gelukkig ben ik een echte doorgewinterde roker en dus ook een echte verslaafde met een rubberen ruggengraat. Ik stelde het sigarettenlimiet steeds bij tot het onvermijdelijke moment dat er nog maar een sigaret over was en ik nog minimaal 48 uur te gaan had. Ik had geen keus en dus ging ik de uitdaging aan.

Het is 18:00 nog 39 uur te gaan, ik hou het niet meer, ik wil die sigaret oproken. Omdat het de laatste is en om er extra van te genieten mag ik van mezelf binnen roken. Ik begin met het zetten van een bak thee, want dat hoort er gewoon bij. Ga er goed voor zitten, asbak binnen handbereik sigaret in mijn mond. Ik steek 'm aan, de geur van verbrand papier en tabak dringt zich in mijn neus. Ik open m'n mond een stukje en inhaleer zo diep mogelijk, die allereerste hijs is toch wel de lekkerste. Ik voel hoe de rook via mijn mond naar m'n keel en m'n longen trekt. Heel langzaam adem ik uit en samen met de rook verlaat ook de onrust mijn lichaam.In totaal ontspannen toestand neem ik nog een trek en nog een en nog een, tot de sigaret echt op is. Nog 38 uur en 55 minuten te gaan.

Om de tijd te doden hou ik me bezig met allerlei huishoudelijke klusjes. Ik voel me eigenlijk wel goed tot een uur of tien 's avonds, dan begint de onrust weer. Er wordt gezegd dat nicotine geestelijk verslavend is, maar mijn lichaam denkt daar toch anders over. Ergens achter m'n navel ontwikkelt zich een vorm van jeuk die langzaam aan richting benen en hoofd trekt. Ik voel me verdomd iebelig en kan niet stil zitten. Gelukkig heb ik nog kauwgom in huis en knaag daar dus op om te kalmeren. Ik hou het nog twee uur vol en bedenk dan dat slapen de enige manier is om het nicotinegebrek te negeren. Nog 33 uur te gaan.

04:00 wakker, te vroeg, omdraaien en weer verder slapen. 06:00 wakker, te vroeg, omdraaien en weer verder slapen. 08:00 wakker, te vroeg, omdraaien en weer verder slapen. 10:00 wakker, jongens ik ben vrij hoor, mag ik misschien uitslapen? Ondertussen breken mijn katten de tent af, maar dat probeer ik heel hard te negeren. Omdraaien en weer verder slapen. Alles om het nicotinemonster niet onder ogen te hoeven komen. Ik hou het vol tot 13:00 en heb dan toch echt te veel honger om nog langer te blijven liggen.
Het eerste dat ik me realiseer als ik uit bed stap is dat ik geen schreeuwende behoefte aan sigaretten heb, pluspuntje, als dat gevoel nou de hele dag zo blijft valt er met dit gebrek nog wel te leven. Nog 20 uur te gaan.

16:00, nog 17 uur te gaan en ik ben inmiddels in alle staten. Met een gemoedstoestand in de categorie 'labiel' moet ik echt vanalles in mijn mond stoppen. Mijn nagels zijn al gesneuveld dus alle pennen moeten er aan geloven, ondertussen pluis ik als een bezetenen alle vakjes van mijn tas uit. Die leerlingen van mij hebben altijd snaai, hoeveel lollies heb ik wel niet ingenomen dit schooljaar, heb ik die echt al opgegeten? Ik heb de neiging om aan te bellen bij mijn wazige onderbuurman om daar sigaretten te bietsen, Ik voel me kut, maar zo diep ben ik nog net niet gezonken. Dan maar naar het keukenkastje, niet roken zou een stuk makkelijker zijn als er een jaarvoorraad aan chocola in huis is. Het enige dat ik nog heb is thee in allerlei smaken, koffie en een pot cruesli.... Cruesli, da's zoet en daar kun je heel goed op knabbelen. Ook best lekker zonder yoghurt. Ondertussen draaien mijn nieren overuren want door al dit niet roken drink ik blijkbaar meer. Elk uur heb ik een volle blaas, schiet ook niet echt op.

17:00 achterstallig studieonderhoud weg werken, 18:00 eten, 19:00 trainen, 23:00 nog meer eten, 00:00 nog negen uur te gaan. Het ziet er naar uit dat ik deze ellende ga overleven, maar dit wil ik echt nooit meer.

Barmanversiercliché

Een lief vriendinnetje met een veel te leuke werkplek nodigt mij uit voor een avondje drankjes doen. Het is zaterdag, de sfeer is goed, de bezoekers zijn gezellig en het personeel is in topvorm. Helaas nog niet helemaal gewend aan het rookverbod staan we ergens halverwege de avond op een tochtige gang verkleumd gehoor te geven aan ons nicotinegebrek. We zijn niet de enige die op dit briljante plan zijn gekomen. Een groepje luidruchtigerds staat naast ons veel te aanwezig te zijn. Lief vriendje van vriendinnetje en tevens werkzaam op de zelfde locatie komt samen met een collega barman ons gezelschap houden. We praten wat over koetjes en kalfjes, werpen geirriteerde blikken op het clubje luidruchtige mensen en moeten stiekem lachen als er om stilte wordt gevraagd. Goed sigaret op, dus uitmaken, maar er is geen asbak, althans ik zie er geen. Niet meer dan logisch om om een asbak te vragen, want roker of geen roker, je peuk op de grond gooien blijf ik toch raar vinden.
'Er is geen asbak, sterker nog, we staan in de asbak' zegt barman grappend. Ineens ben ik me bewust van het feit dat barman een persoon is, een best heel erg leuk persoon. Jongensachtig ondeugend, maar toch mannelijk op een of andere manier, overgoten met een vleugje melancholiek alsof er iemand gigantisch op zijn ziel is gaan staan. Ik vind hem interessant, deze man, maar mezelf kennende mag ik heel erg trots zijn als ik er uberhaupt een naam uit weet te peuteren.

Oudjaarsavond, wederom in de zelfde leuke club. Ik voel me hier thuis omdat de mensen prettig zijn en je niet beoordeeld wordt. Ik heb me voor de gelegenheid in een leuk outfitje gehesen, de drank vloeit rijkelijk, de muziek is goed en dan is het ineens twaalf uur en moeten we allemaal naar buiten om het vuurwerk te bekijken. Buiten is het koud, mijn handschoenen liggen nog binnen dus het lijkt me verstandig om die te gaan halen. De tent is verlaten, ik loop naar het hoekje waar mijn spullen liggen en zie barman voorbij komen, druk bezig met glazen verzamelen.
Nu is je kans, jij bent alleen, hij is alleen, zeg iets, vraag z'n telefoonnummer, geef de jouwe, nodig hem uit voor een date, zeg dat hij mooie ogen heeft, Begin een gesprek over zijn favoriete kleur, zeg desnoods dat je graag een keer een beschuitje met hem wilt eten. Doe iets en wel nu meteen.
Blijkbaar voelt barman dat ik naar hem kijk terwijl hij bezig is met zijn werkzaamheden, ik krijg dan ook de vreselijk uitnodigende vraag: 'hm.. wat?'
'Wat kijk je boos?'
Nee stomme kut, niet dat, van alle vragen die je had kunnen stellen. Ik probeerde het nog charmant te brengen maar het leed is geleden.
'Ik kijk niet boos, ik kijk geconcentreerd.' Voor dat ik de kans krijg om te reageren is hij al weer verdwenen. Ik vlucht naar buiten om het nieuwjaarsvuurwerk te bekijken en probeer het incidentje te vergeten. Het feest gaat door, dansen en drinken met mensen die ik heel goed ken, mensen die ik iets minder goed ken, mensen die ik helemaal niet ken en mensen die ik helemaal niet wil kennen.
Het is echt heel erg gezellig, iedereen is gemoedelijk en respectvol naar elkaar. Geen kijken en bekeken worden toestanden. Wel een hoop plezier, ouderwets lachen en lol hebben, genoeg om nog weken op te kunnen teren.
Het feest begint op zijn einde te lopen en ik maak met mezelf de afspraak om niet naar huis te gaan voor dat barman op z'n minst naar me gelachen heeft. Ik hoor lief vriendinnetje nog even uit over dit prettige heerschap want het is immers haar collega. Helaas blijkt, ondanks drie jaar nauwe samenwerking, dat zij eigenlijk bijzonder weinig van hem weet. Een onneembare vesting dus, en ik had al last van hoogtevrees. Goed nog maar een drankje dan, die kan ik op z'n minst bij hem bestellen. Ik loop naar de bar en zie clichébeelden van telefoonummers op boezems geschreven, dansen op de toog met een breezer in je hand en antwoorden op de vraag: 'wat wil je hebben?' 'Nou jou natuurlijk, oh en een colaatje.'
Ik ben geen kroegtijger, en we zijn gelukkig niet in de Cooldown, maar ik kan ook niet echt bedenken hoe ik dit moet aanpakken, probeer nog leuke one liners te bedenken, maar er komt niets naar de oppervlakte borrelen. Ik voel me een veertienjarig bakvisje die het gemunt heeft op de jongens uit de bovenbouw en ben er heilig van overtuigd dat hij niets van me moet weten, dat hij me vervelend, irritant, dom en lelijk vindt. Ik probeer nog zo gezellig mogelijk m'n drankjes te bestellen, maar de bar is nat waardoor mijn handen wegglijden en ik bijna met mijn kin op het houtwerk beland. Treurig dit, dit is niet meer te redden. Ik laat het voor wat het is en geniet van de mensen die wel meewerken. Om een uur of vijf is de koek echt op. De lichten gaan aan, de muziek houdt op en er wordt ons vriendelijk verzocht om naar huis te gaan. Goed spullen bij elkaar zoeken, afscheid nemen van iedereen, het liefst meerdere keren. Dit hele proces duurt ruim een uur en ik ben nog geen centimeter dichter bij de uitgang. Dan zie ik ineens dat lief vriendinnetje in gesprek is met mijn barman, een situatie waar ik echt even misbruik van moet maken, dus ik spring er tussen om afscheid van hem te nemen, ik weet namelijk dat dit zijn allerlaatste avond in deze gelegenheid is. Ik noem zijn naam en hij komt naar me toe en zoent me heel zachtjes op mijn wang. 'Joe, ik zoen altijd drie keer hoor' is het enige dat ik weet uit te brengen, gelukkig wel met effect, maar daar moet ik het mee doen. Vriendinnetje doet nog een verwoede poging door meneer uit te nodigen voor een etentje, maar helaas hij loopt niet echt over van emotie. De kans dat dat ooit tot uitvoering gaat komen acht ik echt heel erg klein en daarmee de kans tot een vervolg op dit verhaal helaas ook.

Het twijfelachtige drama dat keuzes maken heet

Toen een half jaar geleden duidelijk werd dat ik naar een nieuwe stek zou gaan verhuizen waren er drie dingen zeker:
1 Ik had geen bank.
2 Ik had geen wasmachine.
3 Ik had geen geld.
Er moest dus een keuze gemaakt worden, of een bank, of een wasmachine. In eerste instantie was de keuze pro bank en dus ik struinde ik alle aanbiedingen op meubelvlak in mijn directe omgeving af, om tot de ontdeking te komen dat het fenomeen bank of erg lelijk, of erg duur, of allebei is. Ondertussen bracht ik weken achter een mijn wasgoed naar m'n moeder, lag ik hele avonden op de vloer te wachten totdat de kat klaar was met op mijn enige stoel zitten en ging ik een hele maand non-stop uiteten, stappen, shoppen en naar de bios omdat het makkelijker is om op die manier je spaarcenten uit te geven.
Naast het feit dat ik heel goed ben in twijfelen en heel slecht ben in keuzes maken, ben ik ook aartslui. Vriend X wilde een leuk dealtje maken, ik mocht zomaar helemaal gratis en voor niets zijn wasmachine hebben. Ware het niet dat ik dan zelf moest regelen dat de machine bij mij thuis in de badkamer op vier hoog achter terecht zou komen. Vriendinnetje Y had ook nog iets in de aanbieding, van een zus, van een buurvrouw, met een kelder met daarin een bank die niets stond te doen. Ik moest 'm alleen zelf even op halen. Alles goed en wel, maar ik heb liever een meneer, of meerdere meneren, die betaald worden voor spullen brengen en apparaten aansluiten. Als ze dan lief kijken wil ik nog wel koffie voor ze zetten, maar daar houdt het echt bij op.
Inmiddels redelijk simpel geworden van dat heen en weer gesleep met wasgoed nam ik de keuze om dan toch maar een wasmachine aan te schaffen, maar ik ben klein behuisd en wil dus zo'n was/droog combi ding, want geen zin om overal nat wasgoed op te hangen waar de katten met hun kattenbakvoeten dan fijn in kunnen klimmen. En dus wierp ik me weer op allerlei aanbiedingen om deze keer tot de conclusie te komen dat dergelijk apparaten duur, niet zuinig genoeg, niet milieuvriendelijk genoeg, te groot danwel te klein zijn. Ondertussen spendeer ik mijn centen aan allerlei sociaaldoenerij om tegen vrienden en familie luidkeels beklag te doen over het feit dat ik nog steeds geen bank of wasmachine heb, lig ik hele avonden in de holling van de vloer die inmiddels de vorm van mijn lichaam heeft aangenomen, te wachten tot de kat klaar is met op mijn stoel zitten, probeer ik te bedenken of ik morgen mijn bonte of mijn witte was naar de wasserette zal brengen en wat ik toch moet met die vijf verhuisdozen die nog steeds in de woonkamer staan te staan.
Natuurlijk wil ik geen keuze maken, want stiekem vind ik twijfelen veel te leuk. Mijn huis had al lang vol kunnen staan met meedere banken en wasmachines, maar daarvoor moet je actie ondernemen waar ik dan weer geen zin in heb. Het leven is veel makkelijker op mijn manier.

Dag Lieve Noel

Lieve Noel,

In november 2006 leerde ik je kennen tijdens het buikspierkwartier in de sportschool waar wij beiden lid van zijn. Samen met Arjen en John-John hebben we heel wat kwartieren liggen zweten gepaard met de nodige lachstuipen. Al snel werden we trainingsmaatjes en motiveerden we elkaar om toch nog dat extra setje te doen of toch nog extra gewicht te pakken. In die periode liet ik me met m'n snuggere hoofd een trainingsschema van twee-en-half-uur aan praten en na bijna knock-out te gaan was jij de gene die mij er op wees dat het wellicht een slim idee was om het schema in stukjes te laten hakken.

Na drie maanden redelijk intensief met elkaar trainen verdween je ineens en niemand wist waar je uithing. Omdat we, Arjen en ik, helemaal geen contact gegevens van je hadden zijn we dan maar aan het personeel van de sportschool gaan vragen of zij wellicht iets wisten. Het bleek dat je niet kwam trainen omdat je ziek was. Een simpel griepje bleek helaas leukemie te zijn. Natuurlijk waren we geschokt door dit vreselijke nieuws. We klommen meteen in de pen, stuurde je e-mailtjes en kaarten. Je was blij verrast want je had het niet verwacht en je sloot ons dan ook helemaal in de armen. Je hield ons op de hoogte via je weblog http://noel.elsten.eu en zo konden wij met je mee leven.

Na een half jaar prikken, pillen en chemo, zat je weer in de lift en kwam je zelfs weer trainen. We hebben dan ook de moeite genomen om je ook buiten de sportschool om beter te leren kennen en hebben samen heel wat terrasjes gepakt.

In september 2007 begon je je voor te bereiden op de beenmergtransplantatie waar voor je lieve zusje Eline de donor is geweest. Wederom hield je ons digitaal op de hoogte en stuurde je regelmatig smsjes.
De transplantatie verliep goed, je lichaam accepteerde de nieuwe bloedcellen en het ging weer goed. In februari 2008 kwam je dan ook weer trainen en we waren maar wat blij om je weer te zien. We gingen weer ouderwets gezellig buikspieren gepaard met de nodige in-m'n-broek-pissen-van-het-lachen momenten.

Je pakte je leven weer helemaal op en genoot van de kleine en de grote dingen. Het enige dat nog niet lukte was het motorrijden, maar je trainde hard om in gewicht aan te komen, zo dat je met je stalen ros de weg weer op kon. Uiteindelijk is je dat ook gelukt en ben je met je vriendinnetje naar Hoorn of Medemblik gereden. De doktoren waren het er absoluut niet mee eens, maar je was ondeugend en deed lekker je eigen ding.

Eind april ging het ineens slechter, je kreeg last van je longen en de artsen konden niet uitvogelen wat er aan de hand was. Gelukkig bleef je positief en met je goede gevoel voor humor zou je dit varkentje wel even wassen. Amper een maand later had je ineens nog maar een longcapaciteit van negen procent en bleek dat je dat dit een gevolg was van Graft vs Host. We schrokken enorm en waren er heilig van overtuigd dat je het niet zou redden. Jij bleef positief en wees ons er constant op dat we ons echt geen zorgen hoefden te maken.

Inmiddels kon je nauwelijks meer voor je zelf zorgen en dus ging je weer bij je ouders wonen. Je kreeg een gigantische dip, dus nu was het aan Arjen en mij om je moed in te praten en positief te blijven. Je leefde weer op en leefde ook met onze oh zo simpele sores mee. En je bleef er heilig van overtuigd dat je weer terug naar Amsterdam zou komen.

Vorige week heb ik je gebeld omdat ik me echt zorgen maakte en ondanks het feit dat je het daar absoluut niet mee eens was, klonk je echt niet goed. Wederom de weblog en de smsjes en toen melde je ons dat je weer was opgenomen. Meteen gebeld, je moeder aan de lijn die vertelde dat het echt niet goed ging. Een paar dagen later weer een smsje met daarin de tekst “voor het eerst begin ik me te realiseren dat dit niet goed zou kunnen aflopen” Ik heb meteen terug gesmst dat je rustig aan moest doen en dat we aan je dachten. Je verjaardag zat er aan te komen en ik wilde je graag bezoeken.

Op woensdagavond Belde Arjen me, je had je laatste blog geschreven. Die middag ben je overleden slechts negen uur voor je 25ste verjaardag. Het is onwerkelijk, oneerlijk, niet te bevatten etc. Je was een goeie gozer, vriendelijk, intelligent, getalenteerd, jong, lief, leuk, met een eigen bedrijf en een leuk leven, maar helaas ben je er echt niet meer. Woensdagnacht heb ik je nog gemaild in de hoop dat...
Heb Dafna gebeld, omdat haar broertje goed contact heeft met jouw broertje en ik het echt niet wilde geloven. Vanochtend belde ze me terug, het is echt zo.

In jouw naam heb ik vanmiddag jouw laatste buikspierkwartier gedaan. Het was zwaar, want Arjen en John-John konden er niet bij zijn, maar het is goed zo.

Dag lieve Noel, we denken aan je en we missen je!!!

Securitas randdebiel

De supermarkt is niet mijn favoriete plek. Al helemaal niet als ik er twee keer heen moet omdat ik met m'n domme hoofd iets ben vergeten dat ik echt absoluut nodig heb. Vanavond mocht ik fijn voor de tweede keer deze dag naar de AH hier op de hoek.
Gelukkig was het al tegen achten en dus is het rustig. Snel pak ik de benodigheden uit het vak en race min of meer naar de kassa. Ik vraag aan het kassameisje of ik geld bij mag pinnen, waarop ik gewezen wordt op het feit dat er een geldautomaat achterin de winkel is. Na ja, ok, whatever. Ik reken af en huppel naar de geldautomaat.
Pasje er in, pincode intoetsen aangeven hoeveel ik wil opnemen, pasje er weer uit, ik hoor dat het geld wordt geteld, ik hou m'n hand voor het luikje dat vervolgens niet open gaat, terwijl er op het scherm heel duidelijk staat "neem uw geld uit". Zachtjes duw ik tegen het luikje, maar er gebeurd niets. "joehoe geldautomaat doet eens afkomen met mijn centen" geen reactie. Ik draai me om en zie dat er enige meters achter mij een securitas lummeltje staat te praten met een van de AH vakkenvullers. Het lijkt me niet meer dan logisch om deze knul in uniform om raad te vragen. Als ik hem vertel dat er geen geld uit de automaat komt, krijg ik als antwoord te horen "dat komt omdat u niet genoeg geld op uw rekening heeft staan". Echt totaal met stomheid geslagen kijk ik de jongen aan. Dit is wellicht iets dat je mag denken als beschermer van een supermarkt met geldautomaat, maar toch zeker niet iets dat je zomaar tegen een wildvreemde recht in zijn of haar gezicht zegt, dat doe je gewoon niet punt.
"Pardon?" vraag ik.
"Uw heeft geen geld op uw rekening, daarom komt er geen geld uit.
Dus omdat ik 'geen geld op mijn rekening heb, vertelt de automaat mij dat het geld geteld wordt en dat ik het moet uitnemen?
Nee hoor, dat staat er niet, de automaat zegt dat u geen geld op kunt nemen." Let wel, het knulletje stond vijf meter van mij af, dus tenzij hij lid is van de supermanclan kan hij echt onmogelijk zien wat er op het scherm zou kunnen staan.
"dat gebeurt regelmatig hoor mevrouw, dat mensen niet genoeg op hun rekening hebben staan, en tsja, dan komt er geen geld uit he"
Het denigrerende toontje van het ventje maakt me echt bijzonder kwaad en dus maak ik de winkel in het algemeen en securitas in het bijzonder uit voor rotte vis en loop woest weg, nagekeken door een stel hangjongeren die de situatie schijnbaar wel grappig vinden.

Thuis aangekomen smijt ik met wat deuren en heb ik zwaar de behoefte om iets te slopen. Het liefst zou ik drie 'grote broers' optrommelen om verhaal te gaan halen bij die gast, maar dat lijkt me onverstandig, vooral aangezien ik geen 'grote broers' heb. Eenmaal gekalmeerd realiseer ik me ineens dat ik de leidinggevende van omhoog gevallen stuk vreten dagelijks spreek, ik bestel immers regelmatig beveiligers bij Securitas. wraak is zoet, 'ns kijken of meneer nog zo'n grote bek heeft als hij zich mag melden bij de uitkeringsverstrekkers van het CWI

Vanavond niet, schat

mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus, de titel van een boek met een hoop blablabla en geneuzel over de verschillende seksuele behoeftes van beide geslachten.
We hebben allebei zin in seks maar om een of andere reden nooit tegelijk.

Op het internet zwerft een briljante column over dit onderwerp. Klik en lees http://www.ofuzi.com/2007/05/28/no-sex-tonight

't Is maar goed, dat ik als vrouw zijnde bijzonder weinig waarde hecht aan shoppen.
Alhoewel... heb ik niet nog een paar schoenen nodig? En ik kan eigenlijk ook wel een nieuwe broek gebruiken...
Morgen toch de winkels maar induiken, om m'n eigen zuur verdiende centen uit te geven

Lentedag

Aangezien ik tot de categorie werkende mensen behoor krijg ik zelden de kans om buiten kantooruren om door de stad te lopen. Niets is erger dan op zaterdagmiddag met provinciaal Nederland door de Kalverstraat te moeten sjokken, een situatie die ik dus zoveel mogelijk probeer te mijden. Sporadisch komt het voor dat ik zomaar een dagje vrij ben, een ideaal moment om eens te genieten van de rust in de stad.
Men nemen een lentedag bij voorkeur in april. Als het even kan heeft het al enige dagen niet geregend, schijnt de zon, maar is het niet te warm. Tijdstip; ergens na het eind van de ochtendspits, maar voor het begin van de lunchdrukte, een uurtje of tien / half elf.

Ik heb geen haast en loop op m’n gemak over het Prinseneiland. Aangezien ik geen last heb van ik-moet-ergens-optijd-zijn-stress, heb ik m’n mp3 speler niet aangezet en kan met volle teugen genieten van de geluiden die bij de stad horen. In de verte hoor ik de piepende wielen van de treinen van en naar het Centraal Station, een fietser met een aanlopend rijwiel en een jengelend kind. Ik passeer een pand in aanbouw waar een groep bouwvakkers hard aan het werk is. Natuurlijk hebben ze de radio’s, ja meervoud, aan. Drie stuks allen afgestemd op een andere zender die druk tegen elkaar in spelen. Waarschijnlijk bedoeld om daarmee de herrie van de heipalen aan de overkant van de straat te overstemmen. Een van de mannen roept me na “alles goed dame?” Ik moet lachen, goed volk die bouwvakkers, goed voor je ego ook. Ik wandel verder, steek de brug over naar de Korte Prinsengracht. M’n neus zit verstopt, dus ik kan het grachtenwater niet ruiken, maar m’n brein weet dat het stinkt. Of dat nou komt door de troep die in het water drijft of door de slecht onderhouden kades, geen idee, maar iedere Amsterdammer weet wel dat als de grachten gaan stinken dat de zomer in aantocht is.

De Haarlemmer Houttuinen laat ik links liggen, want afgezien van het feit dat dat een uiterst saai straatje is, is de sportschool waar ik lid van ben er gevestigd. Het zijn goeie mensen die daar werken, maar ik kom er echt te vaak en blijf er te lang hangen, vandaag maar even niet. Ik loop een blok verder en sla links af de Haarlemmerdijk op. Ondanks het feit dat het pas midden april is, zien de bomen in de straat er uit alsof juni zich al heeft aangekondigd, vol groen. Het steekt mooi af tegen de strak blauwe lucht. Op de stoep is een bestelwagen geparkeerd. Een man met steekwagen komt een winkel uit, qua bevoorrading is het spitsuur hier. Ik word bijna omver gelopen door een horde dronken Engelse toeristen die op zoek zijn naar een Ierse pub. Ik vraag me af of ze nog dronken zijn, of alweer dronken. Zowiezo een raar tijdstip om uberhaupt te drinken. Ik loop rustig door, werp af en toe een blik in een etalage. Bij Reprazent blijf ik even stil staan. Niet dat ik nu zo’n behoefte heb aan wintersportspullen, ik hou helemaal niet van sneeuw, maar kijken is altijd leuk. Haarlemmerdijk wordt Haarlemmerstraat. Ergens heeft iemand zo’n ongelovelijk dikke joint opgestoken dat zelfs mijn verstopte neus de wietlucht niet kan negeren. De tranen springen er van in m’n ogen. Een illegale daklozenkrant verkoper probeert me z’n blaadje aan te smeren, ik negeer hem en loop door. Op de brug hangt een groepje junkies. Ik heb geen zin in bedelaars en steek dus over, laat daar bij de Nieuwendijk voor wat hij is en loop over de Prins Hendrikkade naar het CS. Nog meer toeristen, moeders met kinderen die nog niet oud genoeg zijn om naar school te gaan en een hoop verkeer. De lunchdrukte begint op gang te komen.

De bus die mij naar huis moet brengen komt net aanrijden, mazzzeltje. Ik stap ik en ga zitten. Het is druk in het voertuig en aangezien de gesprekken van de mensen om mij heen mij bijzonder weinig interesseren zet ik toch m’n mp3 speler maar aan.Met de snoei harde drum ‘n’ bass riedels van Dillinja als metgezel ben ik voor dat ik het weet op het Buikslotermeerplein. Eigenlijk moet ik er hier uit, maar combinatie goede muziek / rijdend voertuig is een soort zen voor mij en dus besluit ik om te blijven zitten tot het eindpunt. Dan kan ik rustig terug wandelen van het Waterlandplein en heb ik waarschijnlijk niet eens de helft van de D’n’B Sessie gehoord. Halverwege de wandeling wordt mij pad gekruisd door een jongen van een jaar of zestien gekleed in camo gear met bij passende camo Nike Airmax en camo Eastpack. Het is best een leuk heerschap, maar ik had z’n moeder kunnen zijn. Heel even zou ik niet erg vinden om weer zestien te zijn. Ik wil het mannetje eigenlijk in halen, maar we lopen even snel wat er in resulteert dat we het hele stuk naar het Buikslotermeerplein stug naast elkaar blijven lopen, zonder elkaar ook maar een blik waardig te gunnen. Tot we bij een zebrapad aankomen, dan moeten we wel naar elkaar kijken, want om nou onder auto te schuiven alleen omdat je de wilde vreemde naast je wilt negeren is ook zoiets. Camo jongetje loopt lichtelijk rood aan, ik moet om een of andere reden aan kerst denken, maar grijp wel m’n kans om hem voor bij te lopen. Vijf minuten later ben ik thuis en kijk ik uit over de stad waar ik zo dol op ben. Een wandeling door Amsterdam op een lentedag in april kan ik echt iedereen aan raden.

DigiD

Vandaag had ik de lente in m'n bolletje en dat resulteert meestal in een grote voorsjaarschoonmaak. Dat werd ook wel een keer tijd want de mist die al maanden rond mijn flatje hangt bleek te komen door de vuile ramen en de papierstapel op mijn bureau was uitgegroeid tot formaat Mount Fuji. Met frisse tegenzin ben ik aan de slag gegaan en na een paar uurtjes flink zweten zag mijn huisje er weer toonbaar uit. En ach nu dat ik toch in achterstallig onderhoud modus was, kon ik ook mooi even de belastingaangifte invullen. Dit doe ik al enige jaren digitaal en kost meestal niet meer dan tien minuten. Snel alles ingevuld, voor de zekerheid drie keer gecontroleerd en de boel is klaar om te verzenden. Ik ben zo slim geweest om mijn digitale handtekening te bewaren geen vuiltje aan de lucht dus, zou je denken.

Helaas niets is minder waar. Het programma meldt mij dat de aangifte alleen te verzenden is als ik in het bezit ben van een geactiveerde DigiDcode. Nu staat me vaag bij dat ik die ooit eens aangevraagd heb en dus spit ik mijn administratie uit opzoek naar de brief met daarin mijn gegevens. Het enige dat ik kan vinden is een formulier met daarop een activeringscode, niet wat ik nodig heb, ik zoek een loginnaam en een wachtwoord. Ik kan me niet herinneren dat ik die ooit gekregen heb en dus voer ik de activeringscode in op de DigiD website. Deze code is al geactiveerd staat er op het scherm. OK dit schiet niet op zo. Ik lees de brief nog eens goed door; "Uit veiligheidsoverwegingen vermelden wij de loginnaam en het bijbehorende wachtwoord niet in deze brief." Serieus jongens, wie bedenkt dit?

Omdat ik de aangifte toch wel erg graag wil versturen, ik krijg voor de verandering een keer geld terug, voer ik dan maar het meest logisch codes in. Natuurlijk zijn deze niet juist, dat was te verwachten. Terug naar DigiD.nl, wat te doen als je je gegevens kwijt bent? Ervaring leert mij dat als je ooit een wachtwoord of login kwijt bent, je dan meestal op een ik-ben-mijn-gegevens-kwijt linkje kunt klikken dat er voor zorgt dat er binnen tien seconden een mailtje in je inbox verschijnt met daarin je gegevens. Helaas kan in de dit geval noch de belastingdienst noch die DidiD toko de slogan "leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker' waar maken. Niets emailtje met gegevens in je mailbox, want dat is te simpel, nee gegevens kwijt betekent alles opnieuw aanvragen om dan weer een brief, ja een papieren brief met daarin alleen een activeringscode en geen gegevens want veiligheidsredenen, te ontvangen.

Mijn frustratie bereikt langzamerhand het kookpunt. Ik ben in staat om de belastingdienst op te bellen om ze daar flink de huid vol te schelden. Ik wil gewoon aangifte doen en verder niets. Geen gezeur met activeringscodes en god weet wat nog meer dat drie keer opnieuw aangevraagd moeten worden omdat de overheid geen verstand heeft van de digitale wereld. Gelukkig ben ik nog helder genoeg om te bedenken dat ik dan waarschijnlijk een onschuldig studentje aan de lijn krijg die gewoon zijn studie bij elkaar zit te verdienen en niet verantwoordelijk is voor deze debieliteit. Een paar keer diep adem halen en toch maar opnieuw alle gegevens aanvragen. De aangifte moeten dan maar een paar weken wachten. Grote kans dat ik volgend jaar rond deze tijd wederom gefrustreerd zit te zijn omdat ik mijn gegevens weer vergeten ben en de hele handel nog een keer kan aanvragen.